Dag 6
Zonnig, 33C
Gisterenavond zag ik op de website van Glacier dat daar bosbranden waren uitgebroken waardoor het belangrijkste stuk park dicht is. Das balen! We besluiten er dan ook maar niet heen te gaan. Maar wat dan? Daar gaan we eens over denken tijdens het ontbijt bij het Old European Breakfast restaurant. Daar neem ik een Dutch baby (een pannenkoek uit de oven) en Jan heeft een aardappelgerecht. Tijdens het eten besluiten we dat we dan maar richting het zuiden gaan. Las Vegas of zo (of Moab of…) nou ja zuiden in ieder geval. Ik zoek weer een route uit langs mooie wegen en daar gaan we.
Ook nu is het weer prachtig en afwisselend (mijn verslagen gaan saai worden want dit is wat we het meeste doen tijdens de vakantie, rondrijden en rondkijken. Ik geniet daar zo van dat ik zelfs vergeet foto’s te nemen!). We rijden inmiddels door Idaho langs mooie meren en over hoge bergen. Eerst nog veel groen daarna wordt het grijs en dor en daarna prachtig hel geel van het graan. Je blijft kijken. Al moet ik zeggen dat ik af en toe ook de binnenkant van m’n ogen bekijk, de vermoeidheid komt er nu echt uit.
In de loop van de middag duiken we in Lewiston een Shari’s in om iets te drinken, een taartje te eten en omdat ze wifi hebben. Dan kan ik even zoeken waar we vannacht gaan slapen. We hadden gehoopt verder te zijn dan waar we nu zijn maar Idaho is heel groot, daar had ik me op de kaart wat op verkeken. Maar maakt niet uit. Ik vind via tripadvisor een leuk motel op onze route. Nog een flink uur rijden. Ik bel ze om een kamer te reserveren en dan gaan we weer rijden. Onderweg komen we nog langs de Dog Bark B&B, een hotelkamer/huisje in de vorm van een Beagle. Erg grappig, als we dat had geweten! (achteraf blijkt dat hij volgeboekt was overigens). We rijden inmiddels langs een riviertje met hier en daar wat snellopende stukken, ik denk dat hier veel geraft zal worden.
Als we het riviertje oversteken rijden we een andere tijdzone in waardoor het opeens een uur later is. Gelukkig zijn we hiermee ook aangekomen in Riggins het dorp waar we slapen in de Big Iron. Een echt ouderwets motel waar we de auto voor de kamerdeur kunnen parkeren. Het ziet er misschien wat verlopen uit maar het is echt prima in orde. We worden vriendelijk begroet en naast zelfgebakken koekjes krijgen de nieuwe gasten ook een koud biertje aangeboden :). We zetten onze spullen op de zeer schone en nette kamer en gaan dan snel door het dorp in. We kunnen bij de foodtruck op het hotelterrein eten halen maar Jan ziet er niets van zijn gading dus gaan we verder zoeken. Na een rondje dorp (niet met je ogen knipperen, je bent er zo doorheen) kiesen we het Seven Devils steakhouse waar we heerlijk op de patio achter het restaurant kunnen zitten. Het is nog een graadje of 30 maar weer een droge hitte en op het terras zitten we in de schaduw en er is een heerlijk briesje. Het eten bevalt ook goed, ik heb zalm die licht gerookt en daarna gebakken is. Jan heeft de pot roast (soort van draadjesvlees). Tijdens het eten luisteren we met een half oor mee naar de gesprekken om ons heen. Er is een groep van een man of 10 aangeschoven, zo te horen lokale mensen. Ti’s goed uit te houden al met al. Na een uur of wat gaan we naar ons hotel om daar nog wat aan te keutelen.